Welke optische vergroting heb je nodig?
Verschillen in vergrotingsfactor
Er zijn grofweg 2 categorieën: loepen en vergrootglazen. De laatstgenoemde categorie worden ook wel leesglazen genoemd. Een loep heeft een optische vergroting van 4 tot 20x. Een vergrootglas heeft een groter lensoppervlak, echter een vergroting van max. 4x.
Een loep wordt vooral gebruikt door biologen, juweliers, filatelisten en horlogemakers om kleine details te kunnen zien. Loepen vormen ook vaak een belangrijk onderdeel van hulpmiddelen voor slechtzienden. Er bestaan enkelvoudige uivoeringen, en samengestelde, die uit twee of meer lenzen bestaan.
3x een optische vergroting in praktijk:




Zoals hierboven beschreven is een hogere optische vergroting van loepen dus nadelig wanneer men een groter oppervlakte wil bekijken. Denk hierbij aan het lezen van een krantenkolom, een boek of bij een hobby zoals borduren. Een hoge vergroting (5x en hoger) beperkt namelijk de lensdiameter. Er treedt ook sneller randvertekening op. Daarom zijn vergrootglazen (of leesglazen) slechts leverbaar tot vergrotingen van max. 4x
Wil men het voorwerp vergroot zien, dan moet het niet verder van de lens weg liggen dan de brandpuntsafstand. Een loep met een hogere optische vergroting moet daarom dus korter bij het te bekijken object gehouden worden.
Ook treedt er sneller vertekening aan de lensranden op. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen, kan er gebruik worden er gemaakt van aplanatisch geslepen lenzen. Daarnaast worden er ook loepen met achromatische lenzen geleverd: deze hebben minder last van kleurschifting. Een loep kan dus in vele gevallen een uitkomst bieden.
Met de onderstaande tabel krijg je een goed inzicht in de (werk)afstanden van oog tot lens, en van lens tot het te bekijken object. De tabel is gebaseerd op de asferische lenzen van Eschenbach.